Grip op Ernstige Enkelvoudige Dyslexiezorg (EED)

09 februari 2016

De zorg voor kinderen met ernstige, enkelvoudige dyslexie (EED) valt per 1 januari 2015 onder de Jeugdwet. Dat maakt gemeenten verantwoordelijk voor de organisatie en financiering van deze dyslexiezorg. Naast de inkoop van EED moeten zij ook zorgen voor een goede samenhang tussen de ondersteuning op school en de zorg door de dyslexieaanbieders. Wij ontvangen signalen dat veel gemeenten in dit kader kampen met forse budgetoverschrijdingen en wachtlijsten. Een belangrijke reden hiervoor is de veel hogere instroom van ernstig dyslectische leerlingen dan op basis van wetenschappelijk onderzoek te verwachten is.

Forse toename dyslexieverklaringen

De landelijke kosten voor dyslexiezorg worden op € 40 miljoen per jaar geschat, maar het aantal leerlingen met een dyslexieverklaring in het basis- en voortgezet onderwijs (met name Vmbo) neemt op onverklaarbare wijze toe. Die hoeveelheden liggen veel hoger dan het percentage dat we op basis van wetenschappelijk (prevalentie) onderzoek mogen verwachten. Zo’n 10% van alle leerlingen in het basisonderwijs (ongeveer 19.000 op jaarbasis) heeft behoefte aan extra ondersteuning vanwege lees- en spellingsproblemen. Daarvan heeft 3,6% zulke ernstige en hardnekkige klachten dat gespecialiseerde behandeling nodig is. Dit zijn kinderen met ernstige, enkelvoudige dyslexie (EED).

Forse toename instroom dyslexiezorg

De landelijke kosten voor dyslexiezorg worden op € 40 miljoen per jaar geschat, maar het aantal leerlingen met een dyslexieverklaring in het basis- en voorgezet onderwijs (met name Vmbo) neemt op onverklaarbare wijze toe. Die hoeveelheden liggen veel hoger dan het percentage dat we op basis van wetenschappelijk (prevalentie) onderzoek mogen verwachten. Zo’n 10% van alle leerlingen in het basisonderwijs (ongeveer 19.000 op jaarbasis) heeft behoefte aan extra ondersteuning vanwege lees- en spellingsproblemen. Daarvan heeft 3,6% zulke ernstige en hardnekkige klachten dat gespecialiseerde behandeling nodig is. Dit zijn kinderen met ernstige, enkelvoudige dyslexie (EED).

Te hoge instroom

Wij krijgen signalen dat de instroom in vergoede trajecten voor EED het afgelopen jaar in veel regio’s aanzienlijk hoger lag dan de verwachte 3,6%. Het kan zijn dat het onderwijs te veel kinderen verwijst voor een diagnose EED, misschien door ondermaats lees- en spellingsonderwijs. Een andere mogelijkheid is dat aanbieders te vaak een positieve diagnose stellen en een behandeling starten, ook als er geen sprake is van EED (medicalisering).

Poortwachtersrol

Door de Wet Passend Onderwijs hebben de samenwerkingsverbanden passend onderwijs een poortwachtersrol bij de verwijzing naar zorg. Dit om te voorkomen dat scholen te snel of te vaak naar de zorg doorverwijzen. En om andersom ook kinderen die daar wel bij gebaat zijn adequaat te verwijzen naar een EED-traject.

Innovatietrajecten dyslexiezorg

In ieder geval is het duidelijk dat de instroom weer omlaag moet. Ook aanpassingen en vernieuwingen van het traject kunnen daarbij een belangrijke rol spelen. Zoals:

  • adequatere toeleiding,
  • andere invulling van de poortwachtersrol,
  • integratie van het schoolondersteuningsplan en het dyslexiebehandelplan, in het kader van één kind één plan,
  • versterking van de ouderparticipatie,
  • meer groepsgerichte of webbased behandelingen, wat leidt tot lagere behandelkosten zonder kwaliteitsverlies,
  • diagnose en behandeling onderbrengen bij afzonderlijke aanbieders.

Genoemde innovatietrajecten zouden heel goed kunnen beginnen met een bijeenkomst van gemeenten, onderwijs en aanbieders, om de knelpunten en oplossingsrichtingen te bespreken.

Meer weten?

Herkent u de problemen op het gebied van (EE) dyslexiezorg? Of vraagt u zich af hoe u de innovatie in moet richten? Voor een vrijblijvend gesprek kunt u contact met ons opnemen.

Een uitgebreide versie van dit artikel is te lezen op Binnenlands Bestuur.

Uit: Handreiking Dyslexiezorg onder de Jeugdwet – VWS – februari 2014

Een kind met dyslexie heeft, ondanks een normale intelligentie, problemen met lezen en spellen. Bij dyslexie komen problemen met lezen en spellen meestal samen, maar soms ook los van elkaar voor. Het is een hardnekkig probleem dat zich voordoet bij alle vakken waarbij taalvaardigheid een rol speelt: Nederlands, andere talen, rekenen en wiskunde en de meeste bijvakken.

Uit: Handreiking Dyslexiezorg onder de Jeugdwet – VWS – februari 2014

Enkelvoudig betekent dat het kind, naast de dyslexie, geen andere ggz-stoornis, beperking of andere taal- of leerstoornissen heeft die belemmerend is voor dyslexieonderzoek en/of –behandeling (comorbiditeit). Voor kinderen bij wie sprake is van problemen naast de dyslexieklachten (bijvoorbeeld dyslexie in combinatie met ADHD of een spraak/taalstoornis), is een intensiever behandel- of begeleidingstraject nodig. In deze gevallen wordt eerst de bijkomende stoornis of beperking behandeld, voordat een kind in aanmerking komt voor een behandeling van ernstige enkelvoudige dyslexie.
De ernst van de dyslexie en de mate van comorbiditeit worden in een diagnose vastgesteld. In geval van EED is de gemeente verantwoordelijk.