Gemeenten hebben sinds 1 januari 2015 meer verantwoordelijkheden en taken in het sociaal domein. De eerste jaren van de decentralisatie waren gericht op de inrichting van een samenhangende, effectieve en efficiënte bedrijfsvoering. Nu kunnen we de effecten van de transitie bekijken en ons richten op de inhoudelijke vernieuwing die de transformatie representeert: een andere manier van omgaan met burgers.
De vernieuwde structuur vraagt een andere werkwijze en cultuur van professionals, zowel aanbieders als gemeenten. Hierin moeten de (meer) zelfredzame en participerende burgers centraal staan. Daarbij is het belangrijk dat de effecten van de toegepaste hulp en ondersteuning gemeten en gemonitord (kunnen) worden.