Visie preventie radicalisering

Radicalisering is een proces dat je vroegtijdig kunt signaleren door met een team van eerstelijnsprofessionals samen te werken aan een lokale preventieve aanpak. Wij werken al 15 jaar samen met jongerenwerkers, agenten, welzijnswerkers, docenten en hulpverleners om radicalisering te voorkomen, vroegtijdig te signaleren en te stoppen. Dit doen wij in Nederland samen met gemeenten en de rijksoverheid en in de hele Europese Unie voor de Europese Commissie via het Radicalisation Awareness Network.

Langetermijnaanpak

Als je wilt voorkomen dat mensen radicaliseren, moet je vooral inzetten op preventie en vertrouwen. Alleen repressieve maatregelen toepassen met een focus op veiligheid, zoals vervolging of het afnemen van paspoorten, is op de lange termijn niet voldoende. Uitsluiting kan zelfs zorgen voor een verharding van de ideologie.

Wat wél werkt om radicalisering te voorkomen en te bestrijden is een langetermijnaanpak. Een aanpak om de dieperliggende oorzaken achter radicalisering en in de voedingsbodem van radicalisering te onderzoeken, en aan te pakken. Het gaat hierbij om een uitgebalanceerde combinatie van preventieve en repressieve maatregelen. Eerstelijnsprofessionals die op straat, in gezinnen en op scholen direct contact hebben met (jonge) mensen die mogelijk vatbaar zijn voor radicalisering, hebben de juiste professionele positie en rol om dit preventieve deel op te pakken.

Tijdige signalering

Hoe eerder signalen van radicalisering worden opgevangen, hoe meer je kunt doen om dit proces af te remmen, te stoppen en terug te draaien. Door vroegtijdig te signaleren, is niet alleen de impact op het leven van degene die radicaliseert minder groot, maar ook op zijn of haar omgeving en de samenleving.

Signaleren moet vooral plaatsvinden op plekken waar de risicogroep komt: op scholen, in de wijk, bij buurtcentra, maar ook thuis en bij vrienden. Daarom heb je naast eerstelijns-professionals dus ook ouders, familieleden en gemeenschappen nodig die eerstelijns professionals vertrouwen. Als dat vertrouwen er is, zijn betrokkenen eerder geneigd om vroegtijdig over signalen van jongeren te spreken. Daarnaast is het belangrijk dat professionals ook online aanwezig zijn. Een groot deel van de belevingswereld van personen die vatbaar zijn voor radicalisering speelt zich namelijk online af.

Eigenlijk kunnen alleen mensen die dicht bij iemand staan, tijdig de signalen van mogelijke radicalisering zien. Denk aan de ouders, vrienden maar ook aan leraren, sportcoaches, jongerenwerkers of de wijkagent. Als iemand op school bijvoorbeeld een werkstuk maakt over zijn held en dat blijkt de moordenaar van Theo van Gogh te zijn, moet een lerares weten of en waar ze aan de bel kan trekken. Maar ook wijkagenten, jongerenwerkers en hulpverleners moeten leren hoe ze vroege signalen oppikken en bespreekbaar maken.

Multidisciplinaire samenwerking

Een essentieel onderdeel van een vroegtijdige preventieve aanpak op lokaal en nationaal niveau is de multidisciplinaire samenwerking van alle partijen die een rol kunnen spelen bij de aanpak van radicalisering. Een volledig beeld van het radicaliseringsproces bij personen ontstaat immers pas wanneer de overheid, maatschappelijke organisaties en gemeenschappen de handen ineenslaan en informatie met elkaar uitwisselen.

Multidisciplinaire samenwerking vindt plaats in veiligheidshuizen en tijdens het casusoverleg, maar ook op andere – niet van tevoren afgesproken – contactmomenten tussen reclassering en jongerenwerk, wijkagent en docent of gemeente en GGD. Terwijl het juist van belang is dat er afspraken worden gemaakt over welke informatie wanneer en hoe met elkaar mag worden besproken. Alleen dan kun je multidisciplinair samenwerken, vroegtijdig signaleren en voorkomen.